Twee hardlopers met hetzelfde doel, de marathon van Berlijn. Verder hebben ze weinig gemeen. Zij, Nydia, is 26 en hij, Hans, is 53. Zij woont in Amsterdam en leidt het leven van een typische jonge Amsterdammer zonder kinderen, Work hard, Play hard. Hij woont in den Haag, heeft een verantwoordelijke baan, getrouwd en heeft twee puberende dochters.

Run Baby Run

Run Baby Run

Ze dagen elkaar uit voor een weddenschap, een goede tijd lopen op de marathon, en daar stapt de lezer in. Als hardloper en zeker als marathonloper boeit dit boek onmiddellijk. Het is een feest der herkenning. De blunders die je maakt bij je eerste wedstrijdjes, hoe om te gaan met blessures, het jagen op een nieuw pr (persoonlijk record), het verbeteren van je trainingstechnieken, en hoe om te gaan met de omgeving die vindt dat je een beetje bent doorgeslagen. De twee hoofdpersonen doen op grappige manier verslag van hun successen maar vooral ook tegenslagen.

Gelukkig krijgen de verhalen ook verdieping. Beide hoofdpersonen stellen zich kwetsbaar op en blijken het nodige mee gemaakt te hebben in hun Road to Berlin. Nydia is op een gegeven moment doorgeslagen in terugkomen op haar oude gewicht en blijkt ook nog burn-out klachten te krijgen. Hans krijgt te horen dat zijn dochter mogelijk ernstig ziek is en ook als hoofdredacteur van NRC NEXT breekt een zware tijd aan. Het is knap dat ze hier zo open over geschreven hebben en het komt het boek zeker ten goede. Ze ontwikkelen zich niet alleen als loper maar ook als mens.

Al met al had het boek iets compacter gekund maar voor alle marathonlopers is het zeker een aanrader. Behalve de herkenning, de lach en de traan, staan er ook nog bruikbare hardlooptips in. Aan het einde moet je jezelf beheersen om je niet gelijk op te geven voor een (volgende) marathon. Eerst maar even je geliefde(n) vragen.